Ondernemingen & biodiversiteit, verwante uitdagingen?
Hoewel het onderwerp almaar vaker ter sprake komt, wordt er nog steeds maar beperkt rekening gehouden met de biodiversiteit. Een eenvoudig en sprekend voorbeeld: eind 2023 vond de COP 28 betreffende de klimaatverandering plaats, terwijl in het najaar van 2024 de COP 16 over de biodiversiteit wordt georganiseerd in Bogota. Twaalf edities verschil dus voor die twee internationale conferenties, hoewel ze beide het levenslicht zagen tijdens de VN-conferentie inzake Milieu en Ontwikkeling in 1992 in Rio de Janeiro. Wordt de ene uitdaging belangrijker geacht dan de andere? Dat is niet de enige reden. De impact op levende wezens is niet zo eenvoudig te meten. Die centrale uitdaging met een invloed op de hele economie werd opgenomen door vernieuwende ondernemingen en stoutmoedige impactbeleggers. In het licht van al die uitdagingen zijn wij van mening dat alle economische sectoren begeleiding nodig hebben bij hun transitietraject.
Meten om te handelen
Individuen, ondernemingen, de financiële markten … we zijn allemaal even afhankelijk van de biodiversiteit. Zo zullen er op korte termijn bijna een miljoen dier- en plantsoorten verdwijnen.[1] Om de doelstellingen van de COP 15 Biodiversiteit te behalen, namelijk de bescherming van 30% van de landmassa en de zeeën tegen 2030, is tot dan niet minder dan 830 miljard dollar extra financiering per jaar nodig. Dat is vijf keer meer dan wat er momenteel ter beschikking wordt gesteld, en nog geen kwart daarvan komt van particuliere beleggers[2]. Impactbeleggers als wij zijn van mening dat de ondernemingen, die essentieel zijn voor de bescherming van de biodiversiteit, een bijdrage kunnen leveren aan die uitdaging.
Omdat biodiversiteit zo’n breed onderwerp is, blijft het evenwel een hele uitdaging om gegevens te vergaren en zijn de verzamelde gegevens erg heterogeen. De kwantitatieve modellen die ter beschikking van de beleggers staan, en met name het MSA-model (Mean Species Abundance) dat is ontstaan uit de Global Biodiversity Score (GBS), die werd ontwikkeld door CDC Biodiversité, verschaffen wel nuttige gegevens om de invloed van een onderneming op de biodiversiteit op verschillende vlakken te meten, maar het is niet voldoende. Dat gebrek aan algemene gegevens mag evenwel geen excuus zijn om passief toe te kijken. Sommige impactbeleggers ontwikkelen baanbrekende kwalitatieve methodologieën om de impact van het gebrek aan nauwkeurige indicatoren en gemeenschappelijke factoren te beperken. Zo ontwikkelde koploper LFDE al in 2021 een eigen methodologie om te analyseren hoe ver ondernemingen staan op het vlak van klimaat en biodiversiteit. We beoordelen vier pijlers (klimaat- en biodiversiteitsbeleid, klimaat, biodiversiteit en verantwoorde transitie) om de impact van ondernemingen op de biodiversiteit te evalueren en we kennen hen voor die uitdagingen een score toe. Ondernemingen met een resultaat van minder dan 40% worden geweerd uit de portefeuille van onze specifieke strategie. Op basis van die score, die wordt geanalyseerd door de beheerteams onder toezicht van het SRI-team, maakt het mogelijk om de ondernemingen beter te begrijpen en hun impact en afhankelijkheid te vatten, waardoor we ons kunnen doen gelden als betrokken belegger om de ondernemingen te helpen naar betere werkwijzes te evolueren.
Vernieuwende ondernemingen
De afname van de biodiversiteit is een strategische uitdaging voor de ondernemingen. Sommige van hen ontwikkelen concrete oplossingen om ze te beschermen en kiezen voor een duurzamer bedrijfsmodel. Bewust van de noodzaak om de biodiversiteit te meten, heeft Veolia een vernieuwende oplossing ontworpen: de LEKO-sensor. Groepen maken gebruik van dat toestel om de diersoorten in een bepaalde omgeving te identificeren en te tellen. Zo worden die groepen beschermers van de natuurlijke ruimte en streven ze ernaar de ecologische doelstellingen te behalen.
De Zwitserse groep SIG, die duurzame voedselverpakkingen produceert, heeft haar engagement voor duurzame ontwikkeling centraal geplaatst in haar strategie. Dankzij haar technologische kennis en haar innovatiekwaliteiten kan ze in elke categorie en verkoopkanaal aangepaste oplossingen aanbieden, en dat in wel honderd landen. SIG is tot nog toe wereldwijd de enige die erin is geslaagd om de aluminiumfolie in zijn verpakkingsmateriaal te vervangen door een ander materiaal, waardoor het beter recycleerbaar is en waardoor het afval de biodiversiteit zowel op het land als in het water minder onder druk zet. De duurzame ontwikkelingsstrategie is gebaseerd op vier pijlers. Met een van die pijlers, Forest+, wil de onderneming de bossen waar het karton van haar verpakkingsmateriaal vandaan komt, volledig beschermen met een FSC®-certificering, alsook bijdragen aan de creatie, het herstel en de bescherming van nog eens 650.000 hectare duurzame bossen.
In een volledig andere sector is de toekomst van de luxeproducten afhankelijk van de landbouw, een van de grootste oorzaken van biodiversiteitsverlies. Hermès, dat zich bewust is van die band, heeft gekozen voor een ambitieuze biodiversiteitsstrategie, waarbij het bedrijf in samenwerking met WWF Frankrijk en CDC Biodiversité onder meer de voetafdruk van zijn leveranciers wil meten. Een ander voorbeeld van betrokkenheid vinden we in weer een andere sector. Zo voert het Finse bedrijf Kemira, dat zich bezighoudt met drinkwaterbehandeling en de efficiëntie van industriële processen die veel water vergen, studies uit naar de temperatuur van het water dat zijn fabrieken verlaat, teneinde de impact op de biodiversiteit te beperken. Dat is het resultaat van een eerdere investering, een project van twee jaar in samenwerking met de teams van LFDE.
De uitdagingen zijn legio. Meer dan 50% van het wereldwijde bbp is afhankelijk van de biodiversiteit.[3] Wij zijn van mening dat impactbeleggingen onontbeerlijk zijn om kapitaalstromen naar de ondernemingen te leiden die zich inzetten voor de bescherming en het herstel van de biodiversiteit. Als langetermijnbelegger en aandeelhouder gaat LFDE de dialoog aan met de ondernemingen om hen aan te sporen hun werkwijzes en bedrijfsmodellen aan te passen ten voordele van de biodiversiteit[4].