Clement Inbona

Olympische Spelen, Parijs 2024: 3, 2, 1, en maar aftellen!

Minder dan 100 dagen vóór het begin van de Olympische Spelen in Parijs wordt er al om het hardst gerekend. Het olympisch motto luidt “sneller, hoger, sterker – samen“, maar de leuze van de Franse overheid zou kunnen luiden: “laat de spelen de spelen betalen.” Ten dele doen ze dat ook, zeker als we niet verder kijken dan de uitgaven voor de organisatie van de wedstrijden, die voor 96% worden gefinancierd uit particuliere bronnen. Ten dele klopt de rekening echter niet: als we de infrastructuur meetellen, of de bijkomende uitgaven, bijvoorbeeld voor openbare veiligheid. Volgens ramingen van het bureau Astères[1] wordt bijna de helft van ‘Parijs 2024’ door de overheid gefinancierd, namelijk 42% van een budget dat op 11,8 miljard euro wordt begroot.

Hoe het ook zij, deze Parijse Spelen verdienen een plaats op het erepodium van de begrotingsdiscipline. Het budget van de olympiade is amper 50% gestegen ten opzichte van het dossier waarmee Parijs zich kandidaat stelde, en dat is een medaille waard: volgens een studie van de Universiteit van Oxford kosten de zomerspelen sinds 1960 gemiddeld maar liefst 231% meer dan oorspronkelijk was begroot[2]!

En hoe zit het met de inkomsten? Daar begeven we ons op glad ijs, want waar trek je de grenzen op dit ingewikkelde gebied? De cijfers vallen ook gemakkelijk te hoog uit vanwege effecten die niet zijn meegenomen: het substitutie-effect – ook zonder Olympische Spelen zou er in en om Parijs geconsumeerd zijn geweest – en het verdringingseffect – de gewone toeristen gaan op de loop voor de drukte. De effectmultiplicator, ten slotte, is neerwaarts gericht – de lonen stijgen tijdens de Spelen niet zo sterk als de prijzen. Hoe becijfer je de voordelen van wereldwijd, twee weken lang, als landstreek in de kijker te worden gezet? Wat is het effect op de productiviteit bij werknemers die worden afgeleid door een historisch gebeuren of er dag in dag uit de ongemakken van ondervinden? Het zijn stuk voor stuk moeilijk te modelleren vraagstukken met een beperkte meetbaarheid.

Prognose: het effect op de Franse groei is verwaarloosbaar. De bbp-stijging wordt op 0,4% geraamd. Over meerdere jaren gerekend,[3] levert dat Frankrijk geen noemenswaardige groeiversnelling op.

Een van de pluspunten waarop gewezen wordt, is het geringe milieu-effect. De streefcijfers voor deze eerste olympiade ‘met een positief milieu-effect’ zijn echter al neerwaarts bijgesteld omdat een en ander niet haalbaar bleek. Nu hopen de organisatoren er de koolstofarmste Spelen van te maken en streven ze ernaar om de CO2-balans van de Spelen in Londen van 2012 en die in Rio van 2016 te halveren. Er wordt voor 95% bestaande en tijdelijke infrastructuur gebruikt, zodat recycling centraal staat.

En wat is de impact op de financiële markten? Zouden ze olympische hoogterecords kunnen breken? Te oordelen naar de wetenschappelijke publicaties hierover, zal er tijdens die twee olympische weken geen noemenswaardig effect optreden op de plaatselijke markt of op de sectoren die rechtstreeks verband houden met het olympisch, zoals bouw, media of sportartikelen. De enige voelbare gevolgen zijn een outperformance van de binnenlandse markt nadat de kandidatuur van het gastland is geselecteerd – voor Parijs was dat in 2017 – en een daling met circa 20% in het volume van de beurstransacties en met 30% in de volatiliteit. De beleggers laten zich afleiden van de financiële markten, waarmee ze een eigen draai lijken te geven aan een oude leuze: meedoen aan het olympisch gebeuren is belangrijker dan winnen op de beurs.

 

 Geschreven op 19 april 2024, Clément Inbona, Fund Manager, La Financière de l’Echiquier (LFDE)

 

 

[1] https://asteres.fr/paris-2024-un-cout-limite-en-comparaison-des-jeux-precedents/
[2] https://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=3686009
[3] https://asteres.fr/jo-de-paris-pas-dimpact-macro-economique-notable-a-attendre/