Zelfsuggestie
Tijdens deze periode van irritatie en lijdzaam wachten om te kunnen tanken, hebben wij in de wachtrijen voor benzinestations tijd en stof gevonden om over het beursgedrag na te denken.
Hoewel deze schaarsheid veroorzaakt wordt door een onregelmatige bevoorrading van benzinestations, is zij voornamelijk te wijten aan een onverwacht hoge vraag. Automobilisten die de schaarsheid van benzine vrezen gaan massaal naar benzinestations en hierdoor wordt de gevreesde schaarsheid een feit. De wachtrij voor het pompstation is een visuele illustratie van een”profetie die door eigen toedoen gerealiseerd wordt”.
Het fenomeen bestaat al sinds jaar en dag: Shakespeare ontwikkelde dit thema op schitterende wijze in Macbeth, deze koning waarvan het gedrag rechtstreeks beïnvloed werd door de profetieën die over hem werden uitgesproken.
Op het gebied van marktgedrag, identificeerde John Meynard Keynes als fijn beurskenner als een van de eersten het volgende verschijnsel: het nabootsinggedrag en het gewicht van de algemene opinie kunnen niet buiten beschouwing wordt gelaten. Hij begreep al heel snel dat « […] de evaluatie van de fundamentele waarde feitelijk de dimensie van een opinie had. »
Dit idee was toen provocerend omdat vanuit historisch oogpunt de economische modelvorming als uitgangspunt werd genomen voor individuele rationaliteit. Léon Walras1 en vele andere economen na hem hebben overigens getracht uit te leggen dat prijzen tot stand komen op grond van «een rationeel persoonlijk gedrag dat uitgaat van optimalisering». Maar het is nog niet zo lang geleden dat wij modelvorming geprobeerd hebben van het nabootsinggedrag met soms spectaculaire beurseffecten.
Het gepubliceerde onderzoek van André Orléan2 is gewijd aan de begripsvorming van massieve speculatie en heeft deze nabootsinggedragingen in drie subcategorieën ingedeeld:
– nabootsing op grond van informatie: «ik imiteer Goldman Sachs omdat ik vind dat hij over de beste informatie beschikt»;
– nabootsing op grond eigen referenties: «ik imiteer mijn buren omdat ik vind dat zij gezamenlijk gelijk hebben»; » We zitten midden in de thematiek van zelf gerealiseerde profetieën!
– nabootsing op grond van de norm: «ik weet dat de gemeenschap ongelijk heeft maar ik sluit me aan bij haar opinie omdat het te moeilijk is om alleen gelijk te hebben. » Is wat sommige onderzoekers de ” conventionele wijsheid ” genoemd hebben, die een koper kan aanzetten tot een belegging in technologische waarden in 2000 terwijl hij er stellig van overtuigd is dat de prijs belachelijk (hoog) is.
Het komt voor dat het nabootsinggedrag de overhand heeft, en soms zelfs de enige parameter is die de totstandkoming van een prijs kan verklaren. Het zichtbare nieuws om ons heen is hiervan een goed voorbeeld.
Hoe kunnen we ondersteuning bieden terwijl de fundamentele waarde de enige objectieve norm blijft t.o.v. de publieke opinie en haar ontsporing op korte termijn? Dat onderwerp houdt ons bezig en delen wij sinds vele jaren. Na enige jaren “staat van dienst ” (20 jaar ervaring! ), moet toegegeven worden dat zowel de ene (de fundamentele waarde) als de andere factor (de opinie) voortdurend de totstandkoming van de prijs van een actief beïnvloeden.
De publieke opinie kan voor een bepaalde tijd de overhand hebben en de markt beïnvloeden maar omdat wij ervan overtuigd zijn dat vroeg of laat de fundamentele waarde haar rechten opnieuw opeist, blijven wij afzijdig van nabootsinggedrag en voorrang geven aan de fundamentele waarde die performance op lange termijn genereert.
Didier Le Menestrel
1 Léon Walras, Franse econoom (1834-1910),
2 André Orléan, Franse econoom, auteur van met name De l’euphorie à la panique : Penser la crise financière (2009) [Van euforie naar paniek : De financiële crisis doordenken (2009)