Niet politiek correct?
Wie herinnert zich nog dat de vorige voorzitter van de Europese Centrale Bank, Jean-Claude Trichet, acht jaar lang onophoudelijk tegen een verondersteld inflatiegevaar in de eurozone moest strijden? De Fransman wordt door beleggers herinnerd als een Europees leider die was vastgeroest in zijn eigen overtuigingen en die niet echt in staat was om een gedurfd of zelfs maar pragmatisch beleid te voeren. Met als leidraad moeilijk in de praktijk te brengen, orthodoxe ideeën over begroting en financiering, riep hij telkens op tot beheersing en discipline.
Door deze terugblik op de tweede (1) voorzitter van de ECB krijgen we een beter beeld van de visie en het beleid van zijn opvolger, Mario Draghi, die sinds november 2011 de leiding heeft over de ECB. De economische omstandigheden zijn nu uiteraard anders, maar geldt dat niet altijd voor degene die het monetaire beleid bepaalt van een economie die elk jaar meer dan 15% van de totale rijkdom in de wereld voortbrengt?
Daarom wachtte de financiële wereld op 5 juni nog gespannener dan gewoonlijk de aankondiging van ”onconventionele” maatregelen af door de president van de ECB, Mario Draghi.
Maar voordat we het over ”onconventioneel” hebben moeten we eerst het begrip ”conventioneel” definiëren. Van oudsher is het beleid van een centrale bank gericht op de korte rente(2). Dit noemen we het conventionele monetaire beleid. Op basis hiervan wordt de beleidsrente, de herfinancieringsrente van banken, vastgesteld. Door deze rentevoet aan te passen beoogt de centrale bank de liquiditeitenmassa van de markt, en daarmee die van de economie van de betreffende zone, te beheersen. In theorie wordt de lange rente bepaald door enerzijds het niveau van de korte rente en anderzijds door de arbitragetransacties op de andere obligatiemarkten in de wereld: met andere woorden: de lange rente wordt maar gedeeltelijk aangestuurd door de centrale bank en is normaal gesproken het speelveld van de financiële markten.
De beperkingen van deze traditionele rol van de centrale banken werden niet alleen duidelijk door de financiële crisis in 2008, maar vooral door de aanhoudend zwakke Europese munt. Sindsdien is er, ondanks de lage rente, sprake van een moeizame geldcirculatie. Om dit probleem aan te pakken komen zowel de ECB als de FED met nieuwe vormen van interventie. Deze ”onconventionele” maatregelen zijn erop gericht om een betere geldcirculatie te ”forceren”. Dit kan op vele manieren worden bereikt: negatieve rentevoet, obligatie-inkopen, versoepeling van de regelgeving, etc. Hoe dan ook, om het vastgelopen systeem weer op gang te krijgen moet er in dit traditionele universum op creatieve wijze beleid worden gevoerd en dienen de gebaande wegen van het monetaire beleid te worden verlaten.
Maar het contrast met de politiek is gigantisch. Terwijl de centrale banken in Japan, Europa en de VS sinds 2008 opvallend creatief zijn geworden, is de Franse politiek daarentegen verbazingwekkend ”conventioneel” gebleven. In plaats van zich vast te klampen aan dogmatische maatregelen die we al duizend keer op niets hebben zien uitlopen, zou de politiek zich het volgende kunnen afvragen: als het conventionele beleid hapert, waarom zouden we dan geen ”onconventionele” maatregelen uitproberen? In Italië is Matteo Renzi een voorvechter van een dergelijk beleid, om nog maar te zwijgen over Engeland, waar vier jaar van versneld liberalisme hun vruchten beginnen af te werpen. Om nieuwe maatregelen uit te proberen en het vruchteloze beleid achter zich te laten, zouden de politici zich kunnen laten inspireren door de aanpak van de centrale banken, of misschien door te luisteren naar de dichter René Char, alsof hij het tegen hen had toen hij schreef: ”Impose ta chance, sers ton bonheur et va vers ton risque. A te regarder, ils s’habitueront.” (Dwing je geluk af, bouw aan je voorspoed en ga geen risico’s uit de weg. Na een tijdje wennen ze wel aan je.)
Didier Le Menestrel
(1) Wim Duisenberg was de eerste voorzitter van de ECB, van 1998 tot 2003
(2) Hiermee bedoelt men de rente met een looptijd van minder dan 1 jaar. Er zijn drie verschillende korte rentevoeten die door de ECB worden vastgesteld: de depositorente, de herfinancieringsrente en de marginale rente. Ter vereenvoudiging hebben wij het alleen over de herfinancieringsrente gehad.