Olivier de Berranger

De energie om vooruit te komen

De energieprijzen swingen de pan uit! Sinds het begin van het jaar is de referentieprijs op de Europese¹ gasmarkt met meer dan 300% gestegen. De prijs van CO2-uitstoot schiet omhoog met bijna 130% in een jaar². Elektriciteit, dat geïndexeerd is aan gas, gaat met de stroom mee. Ook de olieprijs heeft vuur gevat en nadert de 80 dollar voor een vat Brent-olie, tegenover 45 dollar eerder dit jaar.

De effecten zijn voelbaar: elektriciteitstekorten in China, stijgende kosten in Europa, terugkeer naar steenkool, zelfs in Duitsland, dat toch een voorvechter is van hernieuwbare energiebronnen! En natuurlijk sluimert er sociale onrust.

Zijn deze prijsstijgingen het gevolg van een nog in de kinderschoenen staande groene wereld, waarin vervuilende energie duurder wordt, terwijl er nog onvoldoende alternatieven op het gebied van schone energie beschikbaar zijn? Of juist een van de laatste stuiptrekkingen van de wereld van fossiele brandstoffen?

Een deel van deze verhoging is tijdelijk: na de bevriezing van de economie, die van overheidswege werd opgelegd om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, is het logisch dat er een fase van plotselinge dooi volgt. En daarmee ook een stijging van de vraag naar energie, want helaas gaan die twee altijd hand in hand,  althans tot nu toe. Bovendien nadert de winter op het noordelijk halfrond, waardoor de vraag gedurende enkele maanden oploopt.

Maar er is nog een andere, meer structurele reden: de energietransitie is niet gratis. Aan de ene kant moeten we het huidige energiesysteem opnieuw opbouwen en gedane investeringen in fossiele sectoren (‘fossiel’ in de dubbele zin van het woord) in waarde doen dalen. Er moeten grote hoeveelheden windturbines, zonnepanelen, batterijen, kabels en andere materialen worden geproduceerd.

Dat vereist energie en een aanzienlijke hoeveelheid metalen, die soms zeldzaam zijn en waarvan de productie zeer vervuilend is. En aan de andere kant stijgt de kostprijs van fossiele brandstoffen doordat het gebruik ervan wordt ontmoedigd door de regelgeving en de markt.

We hebben dus te maken met een soort tragedy of the horizon: we willen de wereld op lange termijn koolstofvrij maken door op korte termijn gebruik te maken van fossiele energie. Deze tragedie moet worden gefinancierd en ondersteund.

Die financiering is deels afhankelijk van banken, met name centrale banken, die de macht hebben om financiële stromen gedeeltelijk te sturen via de marktvoorwaarden die ze creëren. Waar ze eerst over de munteenheid moesten waken, wordt nu dus een beroep op hen gedaan om tot op zekere hoogte te waken over de financiële voorwaarden van de energietransitie.

Maar de financiering is ook afhankelijk van de markt, waar bedrijven kunnen aankloppen om hun transitie te financieren. Hier kunnen beleggers, zowel aandelen- als obligatiebeleggers, een sleutelrol spelen: door te kiezen voor bedrijven die echt betrokken zijn bij de transitie en verder gaan dan simpele slogans. Zo kunnen ze een economisch systeem ondersteunen waarin energie op lange termijn goedkoper zal worden, dankzij een verbeterde productie en een afname van het verbruik ervan, zoals de ECB heeft aangetoond in de zojuist gepubliceerde klimaatstresstest.

De markt heeft de financiële energie om verder te gaan op deze weg, waarop zeker enige bochten zullen moeten worden genomen. Laten we dat proces begeleiden, zoals La Financière de l’Échiquier dat doet door een ambitieuze klimaatstrategie te hanteren, die het resultaat is van een dertig jaar lang engagement voor verantwoord beleggen.

 

1. Powernext Gas TTF European Gas Spot Index
2. Precio del contrato a plazo europeo