Geachte Frankrijk

De Franse staatsschuld is in tien jaar tijd bijna verdubbeld en bereikte in juni een recordniveau van €2000 mld! Frankrijk schuift daarmee onherroepelijk aan bij de slechte leerlingen van de Europese klas (Griekenland, Cyprus, Spanje, Italië e.d.), die al een overheidsschuld van meer dan 100% van hun bbp hebben.

Deze spectaculaire cijfers zouden iedereen wakker hebben moeten schudden en een schokgolf in de media, bij de beleggers en de ”beleidsmakers” hebben moeten veroorzaken. Niets van dat alles gebeurde, alsof de neergang onvermijdelijk was, alsof het tekort oncontroleerbaar zou zijn (4,4% van het bbp, dat is nog eens een tekort van EUR 90 mld. in 2014) en alsof de toekomst er acceptabel uit zou zien…

Acceptabel is inderdaad het juiste woord, want de ”Financiële wereld” is niet rancuneus. Schuldeisers uit de hele wereld blijven vertrouwen hebben in de capaciteit van de Franse huishoudens om die enorme bedragen ooit een keer af te lossen. Dankzij dit vertrouwen heeft de schuldenlast zich de laatste jaren gestabiliseerd op minder dan €50 mld. Het door de crediteuren gevraagde rendement daalt voortdurend (nu 1,3% voor een looptijd van tien jaar), wat een verzachtend effect heeft op de nog altijd groeiende, buitensporig hoge staatsschuld.

Al 40 jaar lang verdoezelen de diverse regeringen hun tekortkomingen door de staatsschuld te laten toenemen. Zoals duidelijk werd gesteld in het Pébereau-rapport(1) van 2005: ”Door onze politieke en collectieve handelswijzen wordt ieder willekeurig probleem, ook van maatschappelijk aard, systematisch en vrijwel uitsluitend opgelost met het aankondigen van extra overheidsuitgaven.”

De echo van deze heldere constatering is vooral nu, negen jaar later, goed hoorbaar. Behoudzucht voert de boventoon in Frankrijk. Je hoeft niet ver te zoeken om te begrijpen waarom de stemming onder de consumenten hardnekkig op een zeer laag niveau blijft staan, waarom de economische groei in 2014 nog altijd tegen het nulpunt aanligt en waarom de werkloosheid in absolute en relatieve zin alle records breekt: zolang sancties uitblijven komt het land niet echt in beweging en de ”specifieke kenmerken” van Frankrijk blijven een verstarrende uitwerking hebben op het functioneren van de economie…

Ons betoog wordt paradoxaal genoeg geïllustreerd door de recente staking van de piloten van Air France, die een kans biedt om de noodlottigheid van het ”typisch Franse sociale systeem” aan te pakken. Voor de eerste keer (op hoorbare toon tenminste) gingen er zowel links als rechts stemmen op om de buitensporige impact van die staking op de onderneming (het verlies wordt geschat op ongeveer €300 mln.) en de Franse samenleving, aan de kaak te stellen. Zelfs de rest van de werknemers waren het slechte humeur van een klein clubje collega’s zat en aarzelden niet de piloten publiekelijk uit te maken voor verwende kinderen die hun verworvenheden ten koste van alles willen beschermen… Is dit het begin van een collectief inzicht in de noodzaak om individuele en maatschappelijke privileges ter discussie te stellen?

Het is ongetwijfeld nog te vroeg om te juichen, maar het laat wel zien hoe ”het volk” maatregelen naar voren brengt die nodig zijn voor het overleven en de verdere groei van de Franse economie: een begin om de meerderheid zover te krijgen om openlijk na te gaan denken over ”taboes”, zoals de arbeidstijd, de hoogte van het minimumloon, flexibele arbeidscontracten en de status van ambtenaren (oef!).

Het meest opvallende is nog wel dat uit allerlei voorbeelden blijkt dat een dergelijke strategie succes heeft: Duitsland, Canada en zelfs Nieuw-Zeeland… Om nog te zwijgen over de Scandinavische landen, die allemaal hun maatschappelijk model, dat gebaseerd was op een alles overkoepelende Voorzorgingsstaat, ter discussie hebben gesteld. Een beetje gezond verstand en sociale samenhang zouden genoeg moeten zijn om hervormingen door te voeren die hun succes al hebben bewezen.

Juist in dergelijke perioden, waarin een gevoel van ontmoediging de kop opsteekt, komen vaak de eerste tekenen van een bewustwordingsproces bovendrijven. De benoeming van een jonge minister van Economische Zaken die kan rekenen, de publicatie van een aantal rake boeken(2) die getuigen van gezond verstand en optimisme, politici die steeds luider hun mening over al deze maatschappelijke kwesties kenbaar maken: het zijn allemaal ontwikkelingen waar we ons op kunnen richten om de hoop niet te verliezen. En wat, als een bonus, als de euro nou nog wat verder zou kunnen dalen om op korte termijn de concurrentiepositie van het Franse bedrijfsleven weer op peil te brengen…

 Didier Le Menestrel

(1) Rapport gepubliceerd in opdracht van Thierry Breton, toenmalig minister van Economische Zaken.
(2) « Pourquoi pas nous ? » (‘Waarom wij niet?’), Xavier Fontanet ; « Les saboteurs » (‘De Saboteurs’), van Eric Le Boucher ; « La France est prête » (‘Frankrijk is er klaar voor’), van Robin Rivaton.