Een record dat verbroken moet worden!

Op 9 september 1976 stierf Mao Tsé Toung, “grondlegger” en vereerde belichaming van de volksrepubliek China. Het ontslag van Jacques Chirac als premier in Frankrijk in hetzelfde jaar was een knipoog van de geschiedenis, een grootmacht die toen haar begrotingstekorten programmeerde.

Wie had kunnen denken dat het officieel nog steeds communistische land China 35 jaar later over valutareserves van meer dan 3000 miljard USD zou beschikken, terwijl Frankrijk overhoop ligt met een schuld van EUR 1 300 miljard?

De actuele cijfers van China zijn duizelingwekkend: de op één na grootste wereldmacht, haar bnp heeft zich tussen 2005 en 2010 verdubbeld, haar bevolking vertegenwoordigt een vijfde van de wereldbevolking, haar export heeft zich in 35 jaar vermenigvuldigd met 45 etc. ,… In China is “alles altijd groter”!

Naast superlatieven, is het succes van het Chinese model een statistische realiteit: “China heeft een historisch record op haar naam om de armoede in omvang en tijd terug te brengen: het percentage van absolute armoede, gedefinieerd als zijnde inkomsten van nog geen euro per dag (KKP – koopkrachtpariteit), betrof voor de hervorming in 1981 74 % van de bevolking en in 2004 15%.?”1

De realiteit die wij ontdekt hebben in middelgrote steden zoals Xiinjiang (Urumqi), Sichuan (Chengdu), Yunnan (Kunming) of Shanxi (Datong), is dat China schoon (met uitsluiting van de verontreiniging), modern en vooral uitgerust is met infrastructuren waar onze ingenieurs van technische hogescholen jaloers op zouden worden, een uitgestrekt land dat veel verder gevorderd is dan haar buren in Zuidoost-Azië of India.

Maar China die zichtbaar een winner is blijft een grote mate van argwaan in de wereld opwekken! Wantrouwen en twijfels over de productkwaliteit, overproductie, verontreiniging, nationale voorkeur en gebrek aan transparantie, het blijft regenen van kritiek … 30 jaar van succes zijn niet voldoende om te overtuigen.

Maar wat nog meer verbazing wekt is dat een vorm van slecht geweten aanwezig is in zowel de uitspraken van autoriteiten als in die van de gewone burger: alsof men zich schaamt succesvol te zijn, een angst om niet verder te gaan en de limiet van dit fraaie succes denken te hebben bereikt. “30 jaar gigantische groei… En wanneer plotseling deze fantastische opmars tot stilstand zou komen, en de Draak op zijn beurt door de vloek van de voorspoedige groeiperiode 1945-1975 zou worden getroffen??”2

De betekenis van de geschiedenis (2300 jaar van opeenvolgende dynastieën …), wakker geschud door de recente verwijzing naar de overwinning van het volk op het feodale systeem en op bezitters (1949 ligt nog vers in het geheugen …), verklaart ongetwijfeld de faalangst maar ook deze halsstarrigheid om verder te gaan en het gehele land naar een betere, voor ieder toegankelijke toekomst te leiden. “China moet een andere motor gebruiken, en haar groei meer baseren op innovatie en binnenlandse consumptie.?”2

Een uitstekende motor zodat China snel de kracht ontdekt van moderne grondslagen, die rijmen met “consumptie”, “onderwijs”, “gezondheidszorg”, “pensioenen”, “verdeling” en misschien zelfs met “vrijheid” en “democratie”. Wapenen om een nieuw record te vestigen om veel verder te gaan dan de noodlottige periode van 30 jaar!

Wie had per slot van rekening vertrouwen in de toekomst van China in 1976?

 Didier Le Menestrel

1 Economie van de Volkspubliek China, Wikipedia
2 De arrogantie van Erik Israelewicz?: wordt geadviseerd aan eenieder die meer inzicht wenst in het China van vandaag en haar belangen.