De elektrische auto voor iedereen wordt op de proef gesteld
Coline Pavot, Head of ESG Research bij La Financière de l’Echiquier (LFDE) | Juli 2024
Heeft de elektrische auto een toekomst? Terwijl het Europees Parlement aan het begin van 2023 stemde voor een verbod op de verkoop van voertuigen met verbrandingsmotor en hybride voertuigen in Europa vanaf 2035, wordt de milieurelevantie van deze voertuigen in twijfel getrokken door hun tegenstanders. Ondanks dit debat zijn alle scenario’s – inclusief die van het IPCC[1] – het erover eens dat de elektrificatie van voertuigen essentieel is als we onze klimaatdoelstellingen willen halen en onze afhankelijkheid van olie willen verminderen. Naast de milieukwesties rond de invoering ervan, willen we in deze brief ook kijken naar de vele sociale uitdagingen die gepaard gaan met de ontwikkeling van deze industrie.
De elektrische auto voor iedereen?
Terwijl aan de andere kant van de Atlantische Oceaan het astronomische[2] aandelenoptieplan voor Elon Musk is goedgekeurd door de aandeelhouders van Tesla, tot groot ongenoegen van verantwoordelijke beleggers, is de uitdaging in Europa om elektrische voertuigen betaalbaar te maken, wat essentieel is voor de democratisering ervan. Hoewel de aankoopprijs van een elektrische auto naar schatting 25% tot 50% duurder is dan die van een gelijkwaardige auto met verbrandingsmotor, is het gebruik ervan 36% goedkoper[3]. Daarom introduceerde de Franse overheid een sociaal leaseprogramma dat huishoudens met een laag inkomen toegang gaf tot een elektrische auto van Europese makelij voor € 100 per maand. De regeling werd het slachtoffer van zijn eigen succes en moest in februari 2024, twee maanden na de lancering, worden opgeschort. Het ideaal van een elektrische auto voor iedereen lijkt steeds verder weg.
Een instrument voor economische soevereiniteit
Om het hoofd te bieden aan de subsidies die China aan zijn fabrikanten verleent, voerden Europa en de Verenigde Staten protectionistische maatregelen in om de invoer van Chinese elektrische voertuigen te belasten. Het doel van deze verhoogde douanerechten is om fabrikanten tijd te geven om aan hun kosten te werken en zo concurrerend te blijven in de commerciële strijd om de toegankelijkheid van deze voertuigen. Het moet ook de herstructurering van de waardeketen versnellen, banen creëren in Europa, de afhankelijkheid van Azië verminderen en de impact van de autoproductie verminderen door een minder koolstofintensieve energiemix.
Toegankelijkheid, prijzenoorlog en reboundeffect
Tegen de achtergrond van prijzenoorlogen passen sommige fabrikanten ontwerptechnieken toe die reparaties economisch onaantrekkelijk of zelfs technisch onmogelijk maken. Dit is bijvoorbeeld het geval bij “gigacasting”, een proces waarbij het equivalent van meerdere auto-onderdelen uit één blok wordt geproduceerd. Deze praktijken, die de positieve milieu-impact van deze voertuigen ondermijnen door hun geprogrammeerde veroudering, werpen ook sociale problemen op in verband met de inflatie van de onderhoudskosten van voertuigen – reparaties, verzekering,… Een kostenpost die het voor eigenaars van deze nieuwe generatie voertuigen moeilijker zou kunnen maken om zich te veroorloven. Omdat er regelgeving ontbreekt die de duurzaamheid garandeert van op de Europese markt verkochte voertuigen, kan dit leiden tot de veralgemening van deze praktijken, waardoor een wegwerpmodel van elektrische auto’s ontstaat. Er is dringend behoefte aan samenwerking met regelgevers en bedrijven om de verspreiding van deze schadelijke praktijken te beperken.
Bij LFDE streven we ernaar om de overgang van deze industrie te begeleiden door verschillende spelers in de waardeketen te ondersteunen. We analyseren doelgerichte bedrijven in detail – met name met behulp van onze gepatenteerde “Climate and Biodiversity Maturity”-methodologie – om ervoor te zorgen dat hun negatieve externe milieueffecten onder controle zijn en dat er in hun bedrijfsmodel voldoende rekening wordt gehouden met kwesties op het gebied van rechtvaardige transitie. Deze thema’s, die essentieel zijn voor de duurzaamheid van hun bedrijfsmodellen, zijn het onderwerp van een verregaand engagement, met name in het kader van onze impactfondsen, om de toepassing van beste praktijken aan te moedigen.