De zacht glooiende zomer

Deze tendens doet zich voor bij particulieren, institutionele beleggers en zelfs bij centrale banken. In de loop van de zomer heeft de Chinese centrale bank het tempo van aankoop van Japanse obligaties versneld die in het eerste semester van dit jaar al 20 miljard USD bedroegen. Als men weet dat deze obligaties hooguit 1% per jaar rendement opleveren, komt men tot de conclusie dat China weinig eisen stelt ten aanzien van de beloning en uiterst optimistisch is over de toekomstige opwaardering van de yen! De Japanse staatsschuld is een treffend voorbeeld maar alle grote obligatiemarkten verkeren in dezelfde situatie en de aankoop van obligaties trekt zowel de Amerikaanse als de Duitse rentevoeten naar beneden. De zachte glooiing waarop wij aan het einde van deze zomer zinspeelden is dus die van de langetermijnrentes die bijvoorbeeld in Duitsland vanaf het begin van het jaar tot en met eind juni van 3,3% naar 2,6% en vervolgens tot het einde van deze zomer naar 2,1% gedaald zijn.

Hoe kan de belangstelling voor een actief met zo’ laag rendement worden verklaard? Die situatie is niet nieuw. Wanneer we terugkijken op de jaren 30 na de grote economische depressie, heeft de daling van de lange termijnrentes vijftien jaar geduurd. Deze spiraal was een direct gevolg van de schuldaflossing van de Amerikaanse huishoudens. De geschiedenis herhaalt zich altijd* maar we er zijn twee andere verklaringen. De eerste verklaring is het psychologisch effect: angst om te beleggen in als riskant aangemerkte activa. De tweede verklaring is van economische aard: bezorgdheid over een langdurige deflatie.

Angst is vaak een slechte raadgever maar de eerste verklaring is vooral aanvechtbaar, want de Staatslening moet eerder gekwalificeerd worden als gering risico dan risicovrij. Dus waarom zou men zich laten verleiden door een zwakke beloning? Omdat het risico op inflatie reëel is, aldus de beleggers in obligaties. Het voorbeeld van Japan is hiervan een perfecte illustratie: na een periode waarin de prijzen van activa gedurende 20 jaar gedaald zijn, eist men niet langer dat het spaartegoed beloond maar dat het gehandhaafd blijft, een stelling die voornoemde rente van 1% «rechtvaardigt». Kapitaalbehoud is belangrijker dan de verwachte rente.

We geloven ook niet in het voornoemde deflatiescenario. Een zwakke groei in bepaalde zones is mogelijk en zelfs uiterst waarschijnlijk maar een “wereld in deflatie ” is, gelet op de groei in Brazilië met 5% en China met 10%, hoogst onwaarschijnlijk. De “aandrijfkracht van groeilanden” neemt geleidelijk de “aandrijfkracht van Amerika ” t.a.v. de mondiale groei over.

De industriële ondernemingen hebben dit goed begrepen. In plaats van Staatsleningen te kopen, investeren zij in andere ondernemingen: BHP BILLITON probeert POTASH CORP over te nemen voor 39 miljard groter USD, INTEL koopt MC AFEE voor 7,7 miljard USD en de mobiele chips van INFINEON leveren 1,4 miljard USD op, terwijl RECKITT BENCKISER voor 1,8 miljard USD SSL overneemt …

In augustus vertegenwoordigden deze externe groeiactiviteiten 240 miljard USD, een bevestiging dat de in juli ingezette tendens zich versnelt. De premies en de uitbetaling van veelvoudige waarden hebben dus niets te maken een wereldwijde deflatie maar met een wereldwijde mutatie……
* « Rally obligataire, taux réels et marchés actions » Exane BNP- 20/08/2010