Kettingreacties
Wat heeft een ui te maken met regen en vrede? Op het eerste gezicht niets. De effecten van de klimaatverandering zien we in ons dagelijkse leven, maar de sociale gevolgen ervan veel minder… of toch bijna. De stijgende uienprijs in India (meer dan 500% sinds het begin van het jaar) die de koppen van de Financial Times heeft gehaald, illustreert hoe een kettingreactie werkt.
Uien, klimaat en ongelijkheid
Door droogte en stortregens zijn de laatste twee uienoogsten in India mislukt, waardoor dit basisingrediënt voor de Indische keuken haast onbetaalbaar is geworden. Voor een bevolking die al de helft van haar inkomen uitgeeft aan voedsel*, leidt zo’n prijsstijging natuurlijk tot ongenoegen, en ongenoegen is altijd een vruchtbare voedingsbodem voor geopolitieke instabiliteit en conflicten.
De klimaatverandering vergroot de ongelijkheid, en daarom moeten we volgens een van de elementen van de eerste doelstelling voor duurzame ontwikkeling (geen armoede) “tegen 2030 de weerbaarheid opbouwen van de armen en van zij die zich in kwetsbare situaties bevinden en hun blootstelling aan en kwetsbaarheid voor met klimaatgerelateerde extreme gebeurtenissen en andere economische, sociale en ecologische schokken en rampen beperken”. En dan is er nog het risico van klimaatmigratie, dat moeilijk in te schatten is, maar sowieso jaarlijks tientallen miljoenen mensen zal treffen. In een rapport dat de diensten van Javier Solana in 2008 hebben gepubliceerd, luidde de Europese Commissie al de alarmbel over de ‘risicomultiplicator’ van de klimaatverstoring. En nu is het zover.
Ecologische en sociale aspecten samenbrengen
De fysieke risico’s die ontstaan door de extreme weerfenomenen kunnen de productiviteit in sommige sectoren doen dalen door een tekort aan en/of inflatie van landbouwgrondstoffen. Door de globalisering van de toeleveringsketens wordt het steeds moeilijker om precies te weten waar de leveranciers zitten van de ondernemingen waarin wij beleggen. Een groot deel van de analyse van ESG-criteria (ecologische, sociale en governancecriteria) bestaat uit het begrijpen van de risico’s die in de toeleveringsketens kunnen schuilgaan.
De sociale gevolgen van de klimaatverandering worden vaak over het hoofd gezien, maar komen bovenop alle andere goede redenen om de opwarming van de aarde tot minder dan 2 graden te beperken, en wat die doelstelling betreft, zitten we al zorgwekkend ver achter op schema.
Maar soms hebben de oplossingen ingrijpende sociale neveneffecten… Aan de ecologische transitie hangt een maatschappelijk prijskaartje, vraag het in Frankrijk maar eens aan de gele hesjes. Op ‘micro-economisch’ niveau vormt ze een bedreiging voor de werkgelegenheid in sectoren waar het transitierisico groot is, zoals de auto- of de energieproductiesector. Zo kondigde Audi, een dochteronderneming van Volkswagen, eind november aan dat het 9.500 banen zou schrappen om meer te kunnen investeren in zijn elektrische gamma. De OESO schat dat 30% van de jobs in de gas- en de steenkoolsector en in de elektriciteitsproductie op basis van fossiele brandstoffen tegen 2030 onder druk zal staan als er een ambitieus klimaatbeleid wordt gevoerd.
Sociale overwegingen mogen de transitie naar een koolstofarme economie niet in de weg staan, want de groene economie zal evengoed heel wat banen creëren … Maar dan moeten we met z’n allen meer openstaan voor beroepsmobiliteit. Een verantwoordelijke belegger bekijkt het ecosysteem rondom het bedrijf – de belanghebbenden – in zijn geheel en probeert al die kettingreacties in te calculeren, in de wetenschap dat de ecologische transitie eerlijk zal moet verlopen als we er een succes van willen maken.