Alexis Bienvenu

Het pad der geleidelijkheid

Daar zijn ze dan, de langverbeide, duizendwerf uitgestelde verlagingen, of zo lijkt het toch: de beleidsrentetarieven van de Federal Reserve (Fed) moeten na de vergadering van het monetairbeleidscomité van 18 september aanstaande eindelijk naar beneden. De markt ziet met rotsvast vertrouwen uit naar een verlaging van ten minste 25 basispunten, waardoor de bovengrens van de bandbreedte op 5,25% zou komen te liggen, tegen 5,50% nu. Er wordt zelfs serieus rekening gehouden met een verlaging van 50 basispunten. En dat zou nog maar een begin zijn, want de markt verwacht daarna nog twee of drie verlagingen van 25 punten op rij tegen eind 2024, en nog eens vier tegen de zomer van 2025, ofwel 200 basispunten in totaal over een jaar.

Als die verlagingen maar geleidelijk verlopen! Want als de rente radicaal of in hoog tempo worden verlaagd, kan dat maar twee dingen betekenen, en beide zijn bedenkelijk. Ofwel komt er een bliksemsnelle daling van de inflatie – momenteel nauwelijks voorstelbaar – die zelf veroorzaakt zou kunnen worden door een instabiele economie, bijvoorbeeld wegzakkende vraag, terugvallende bedrijfsmarges, een forse waardestijging van de dollar of moordende concurrentie van Chinese producten. Ofwel mindert de economie flink vaart. In beide gevallen zou de kelderende rente een zware domper zetten op de euforie die al ruim een jaar op de markten heerst vanwege de vooralsnog rimpelloos verlopen “zachte landing.”

Om niet af te wijken van dat pad der geleidelijkheid, mogen een aantal zorgwekkende trends niet sterker worden. We denken met name aan de stijging van de werkloosheid in de VS, van 3,7% in januari naar 4,3% in augustus – al kan het tegenvallende cijfer van juli deels te wijten zijn aan slechte weersomstandigheden. Daarnaast is er de gelijklopende daling in het tempo van de banenschepping, die in juli terugviel tot 170 000 per maand, het laagste driemaands voortschrijdend gemiddelde sinds eind 2019, afgezien van de coronacrisis. Om wakker van te liggen? Tot nu toe niet, maar deze trends doen de Amerikaanse economie afglijden naar de grens tussen een zachte landing en een noodlanding. En omdat de reële (inflatiegecorrigeerde) rente momenteel hoog is, valt het echt niet mee om de economie aan de juiste kant van die grens te houden. Aangezien de over drie maanden gladgestreken inflatie 3% bedraagt[1], beloopt de reële korte rente bijna 2,5%, en de lange nog steeds ruim 1%; de afgelopen maand bedroeg de nominale tienjaarsrente immers al bijna 4%. Met andere woorden, de Fed remt de economie nog steeds fors af hoewel de dynamiek van werkgelegenheid en inflatie verslapt. Er is duidelijk een risico van overdreven verkrapping.

Desondanks blijft het heel vredig op de markt, die zich begin augustus niet veel aantrok van een volatiliteitspiek van zeer voorbijgaande aard die inmiddels helemaal is uitgevlakt. De markt rekent er dus op dat de Fed eindeloos dezelfde stunt herhaalt, dat wil zeggen dat er alleen op de rem wordt getrapt als dat strikt noodzakelijk is. Zou het kunnen dat dergelijke stunts eeuwig worden herhaald? Te oordelen naar sommige legendarische olympische kampioenen, die deze zomer voor de zoveelste keer de strijd aangingen, zou dat best kunnen. Zal Jerome Powell ooit hun gelederen versterken door de medaille voor de zachtste vertraging aller tijden in de wacht te slepen?

Geschreven op 23 augustus 2024 – Alexis Bienvenu, Fund Manager, LFDE

 

De meningen in dit stuk zijn persoonlijke standpunten van de beheerder. LFDE kan er niet voor aansprakelijk worden gesteld.
[1] CPI – Consumer Price Index (consumptieprijsindex)