Back to the future?

 

“De economie neemt altijd wraak”, aldus de voormalige Franse premier Raymond Barre in zijn memoires1 over de invloed van politieke beslissingen op economische ontwikkelingen… Zou die bewering uit de vorige eeuw ook opgaan voor het beleid dat de centrale banken het afgelopen decennium voerden?

Met hun jarenlange strijd tegen het spookbeeld van deflatie, hadden de monetaire bewindslieden ons bijna doen vergeten dat er ook nog zoiets bestaat als inflatie. Begin dit jaar hielden nog weinig beleggingsstrategieën ermee rekening, maar momenteel vraagt iedereen zich af of dit fenomeen uit de jaren ’70 weer de kop zal opsteken.

De obligatiemarkt, die het gevoeligst is voor de toekomstige gebruikswaarde van uitgeleend geld, maakte zich logischerwijze als eerste zorgen. De rente op tienjarige Amerikaanse staatsobligaties, die sinds de verkiezing van Donald Trump tussen 2,00% en 2,60% schommelde, bedraagt momenteel bijna 3,00%, het hoogste niveau in vier jaar. Ook in Frankrijk bereikte de rente op staatsobligaties haar hoogste peil (1,00%) sinds de onrust in de aanloop naar de verkiezingen.

In het kielzog van die stijging van de lange rente is de volatiliteit van risicovolle activa opgeveerd. Het woord ‘volatiliteit’ haalde zelfs opnieuw de voorpagina’s van alle kranten, zeker toen de VIX2, dé graadmeter van de volatiliteit, opliep tot meer dan 50% en weer even hoog noteerde als in 2008. Volatiliteit geeft weer hoe sterk de markten schommelen. Terwijl de S&P 500 in 2017 slechts acht handelsdagen met meer dan 1% steeg of daalde, staat de teller dit jaar al op dertien! 2017 en het ongelooflijke gebrek aan volatiliteit – dat gepaard ging met talloze gestructureerde producten die erop inzetten dat de hoogconjunctuur zal blijven aanhouden – waren dan ook ‘abnormaal’: dat het prijspeil in de Verenigde Staten met meer dan 2% steeg, luidde louter een terugkeer naar normale omstandigheden in.

Een terugkeer van de inflatie is weliswaar nog onzeker, maar veel wijst in die richting: gelijktijdige groei in alle regio’s van de wereld, dalende werkloosheid, soms bijzonder forse loongroei, zoals in de Verenigde Staten (verhoging van het minimumloon met 11% bij WELLS FARGO), een brede stijging van de grondstoffenprijzen en China dat er steeds minder in slaagt om zijn prijsdruk te exporteren.

Een van de voor de hand liggende en klassieke verklaring voor aantrekkende inflatie is de loongroei die een lage officiële werkloosheid teweegbrengt. Op dat gebied doet Europa niet onder voor de Verenigde Staten. Zo wist IG Metall, dat bekendstaat om zijn gematigde looneisen, onlangs een algemene loonsverhoging van 4,3% af te dwingen en is bij LUFTHANSA een verhoging tot wel 6% in de maak. Ook Frankrijk krijgt ermee te maken, want uit analyses van zoekopdrachten op internet blijkt dat ‘augmentation salariale’ als zoekterm bij Google France in geen 15 jaar zo populair was!

Zullen beleggers het geloof dat de inflatie voorgoed verleden tijd is nu inruilen voor de overtuiging dat we aan de vooravond van een gevaarlijke inflatiecyclus staan? Ongetwijfeld niet zo snel als de recente volatiliteit op de markt doen vermoeden… De alarmbellen zijn echter geluid en wij zullen bedrijven die hun prijzen kunnen aanpassen en die – zoals financiële instellingen – de logische winnaars van een stijging van de lange rente zullen zijn, nauwlettend in de gaten houden.

Toen de kranten zijn overlijden aankondigden, zei Mark Twain: “De geruchten over mijn dood zijn schromelijk overdreven”. Over de conjunctuur en de inflatie kunnen we met een gerust hart hetzelfde zeggen.

                                                                                                                                                           Didier Le Menestrel
Avec la complicité d’Olivier de Berranger

 

1 L’expérience du pouvoir, Fayard, 2007
2 Index van de impliciete volatiliteit van de S&P 500