Het uitsterven van de palmvaren, een bedreiging voor uw spaargeld?

De palmvarens, die tot de palmen behoren, zijn de soort met het grootste risico op uitsterven. Is dit verontrustend? Hebben wij hier als vermogensbeheerder iets mee te maken? Het antwoord is ja! Het IPBES[1]-rapport van 2019, het IPCC voor biodiversiteit, is glashelder. Een miljoen dier- en plantensoorten worden met uitsterven bedreigd, oftewel één op de vier. Veel ervan spelen echter een belangrijke en onvervangbare rol in de economie, gezondheid, energieproductie, voedsel en luchtkwaliteit.

Elk jaar levert de natuur aan de wereldeconomie gratis het equivalent van 125 miljard dollar aan ecosysteemdiensten (drinkwater, voedsel, bestuiving, CO2-absorptie, enz.), oftewel 1,5 keer het mondiale bbp[2]! Met andere woorden, we produceren in één jaar tijd te weinig rijkdommen om te betalen voor de diensten die de natuur ons levert. We permitteren ons zelfs de luxe om schandalig verkwistend te zijn, want op 29 juli hebben we op Earth Overshoot Day (‘Overschrijdingsdag’) alle hulpbronnen verbruikt die de aarde in één jaar tijd voortbrengt.

Deze diensten zijn van vitaal belang. Zo is [3]70% van de geneesmiddelen die gebruikt worden om kanker te behandelen, afkomstig van natuurlijke stoffen of bootst een mechanisme na dat in de natuur voorkomt. De natuurlijke ecosystemen van de zee en aarde absorberen 60% van de door de mens veroorzaakte CO2-uitstoot.

En gaat dit bedrijven iets aan?

Veel van hen zijn afhankelijk van biodiversiteit, – een inspiratiebron -, grondstoffen of energiebronnen. De bedreiging voor de biodiversiteit is een risico en bedrijven zijn verplicht om hun aandeelhouders hierover te informeren: de ‘bekendmaking van niet-financiële informatie’ dwingt hen de bescherming van de biodiversiteit te vermelden. Bedrijven zijn een cruciaal onderdeel voor het behoud van de biodiversiteit. Ze kunnen de verspilling van hulpbronnen verminderen, hun afval beter beheren of de impact verminderen van hun producten die het einde van hun levensduur hebben bereikt. Ze hebben er ook belang bij dit te doen, aangezien ze hun hulpbronnen uit de natuur halen.

Een voorbeeld op milieugebied is L’Oréal, waarvoor “59% (in volume) van de gebruikte grondstoffen hernieuwbaar zijn, d.w.z. 1.567 grondstoffen van bijna 338 plantensoorten.” Van deze 338 soorten “heeft ongeveer 12% (in aantal) groot belang voor de biodiversiteit (beschermingsmaatregelen, effect van de productie op natuurlijke milieus, enz.)“. Het is logisch dat het verdwijnen van bepaalde soorten een risico vormt voor de cosmetische branche, de voedingsmiddelensector en de farmaceutische industrie.

SCA, de grootste particuliere bosexploitant van Zweden, is een ander goed voorbeeld. Bij het duurzame beheer van zijn bossen blijft 8% van het productieve areaal (166.000 hectare) in de natuur behouden, en dit zijn gebieden met een hoge ecologische waarde. Voor elke gekapte boom plant SCA er ten minste twee terug. De groep heeft ook de grootste kwekerij ter wereld, die meer dan 100 miljoen zaailingen per jaar produceert. Dit is hard nodig, aangezien bossen onderdak bieden aan meer dan 80% van de dier- en plantensoorten op aarde. Door verantwoord beheer garandeert SCA ook duurzame toegang tot een hulpbron die onmisbaar is voor zijn andere activiteiten (productie van pulp, papier en bouwmaterialen).

Precies dit soort bedrijven, die ambitieus zijn op het gebied van behoud van biodiversiteit, zoeken we voor onze MVB-fondsen. Dankzij goed beheer van de biodiversiteitsrisico’s stellen zij ons in staat op de lange termijn financiële prestaties te leveren die ons weer helpen de financiële situatie onze klanten te verbeteren. 

[1] Intergouvernementeel Platform voor Biodiversiteit en Ecosysteemdiensten, rapport van mei 2019
[2] Costanza, R. et al., 2014, Changes in the global value of ecosystem services, Global Environmental Change, vol. 26
[3] IPBES-rapport