Voetbalgekte?

 

Terwijl het op de beurzen relatief rustig bleef, ging alle aandacht de afgelopen weken uit naar een veel woeliger strijdtoneel: de transfermarkt voor voetballers. De hele zomer lang domineerde het voetbal niet alleen de voorpagina’s, maar – dankzij de indrukwekkende bedragen die voor voetballers werden neergeteld – ook de financiële berichtgeving. Zo weet vandaag iedereen dat PSG voor het astronomische bedrag van 222 miljoen euro de wereldberoemde Neymar da Silva Santos Júnior of ‘Neymar’ bij FC Barcelona wegplukte. In het totaal zal PSG in vijf jaar 572 miljoen op tafel leggen om zich van de diensten van de jonge Braziliaanse aanvaller te verzekeren. Die ‘transfer van de eeuw’ sprak uiteraard tot de verbeelding en vormde hét gespreksonderwerp van de zomer.

Daarbij stemt niet zozeer de prijs van Neymar tot nadenken, als wel de gevolgen voor andere transacties. Nu er een nieuwe standaard is gevestigd, schieten de transfersommen de hoogte in. Zo verkaste de Franse spits Ousmane Dembélé, 20 jaar oud en vorig seizoen 6 doelpunten in 32 wedstrijden, onlangs van Borussia Dortmund naar FC Barcelona voor 105 miljoen euro. In het totaal besteedden de Europese clubs tijdens de voorbije transferperiode ruim vijf miljard euro1, bijna tweemaal zoveel als in 2015. Het duizelingwekkende transferbedrag van Neymar verpulvert het vorige record van 105 miljoen, het bedrag dat Manchester United in 2016 neertelde voor de Fransman Paul Pogba, en torent hoog uit boven de 75 miljoen die in 2001 van de Franse voetbalheld Zinédine Zidane acht jaar lang de duurste speler aller tijden maakte.

Hoeveel zijn voetbalspelers echt waard? Dat is dé vraag van de zomer van 2017. Ter vergelijking: één Neymar (3,26 miljoen euro per kilo) = twee Pogba’s, vijfmaal Olympique de Marseille of twee Airbus A320 vliegtuigen. Is ruim 200 miljoen euro voor een voetballer realistisch? “Absoluut”, zullen sommigen zeggen: Neymar is een wereldmerk met uitstraling tot in de verste uithoeken van China. Hij zal de club heel wat nieuwe aanhangers opleveren en de shirtverkoop aanzwengelen. “Dat is maar de vraag”, zullen niet-ingewijden antwoorden, er terecht op wijzend dat dergelijke bedragen voor één enkele man met geen enkel verschijnsel uit de reële economie te vergelijken zijn.

Wie de geschiedenis kent, komt echter tot een derde conclusie. Steeds hogere investeringen, de verwachting dat de uitzendrechten sterk zullen stijgen, een beetje creatief boekhouden – zoals de geplande transfer van de Franse speler Kylian Mbappé, die wordt geleend met een bindende koopoptie van 145 miljoen euro (plus 35 miljoen bonus) – een gebrek aan regels, enorme mediadruk … alle ingrediënten voor een zeepbel zijn aanwezig! Het einde van de jaren 1990 ligt nog niet zo ver achter ons en voor wie de beurzen volgt, oogt dit alles herkenbaar.

Sommigen maken trouwens van de gelegenheid gebruik om erop te wijzen dat ook de waarderingen van de GAFA’s2 onwaarschijnlijke records neerzetten. Zo noteert APPLE ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar 54% hoger en is zijn beurskapitalisatie opgelopen tot bijna 850 miljard dollar. Een enkel cijfer volstaat echter om te illustreren hoeveel reële waarde de digitale economie creëert: in het tweede kwartaal van 2017 steeg de winst van FACEBOOK met 70% tot 4 miljard dollar. In een enkel kwartaal boekte het bedrijf meer winst dan over heel 2015 (3,6 miljard dollar). Ter vergelijking: om het stijgingstempo van FACEBOOK te volgen, zou Neymar dit seizoen minstens 156 maal moeten scoren, viermaal meer dan in 2014/2015 (39 doelpunten).

De vierde industriële revolutie is bezig en zal nog veel van zich laten horen, ook lang nadat de ster van een voetbalicoon zal zijn getaand.

                                                                                                                                                            Didier Le Menestrel

Les Echos, 29 augustus 2017
2 Letterwoord dat verwijst naar de vier technologiereuzen: GOOGLE (ALPHABET), AMAZON, FACEBOOK, APPLE