Plotse omwentelingen
Amper een jaar geleden ging de Amerikaanse centrale bank eindelijk de inflatie te lijf, nadat ze die te lang had ontkend en slechts als ‘tijdelijk’ had beschouwd. De stijging van de kortetermijnrente met 475 basispunten tot 5,00% is het heftigste tempo sinds het begin van de jaren tachtig. De ECB wachtte zoals zo vaak langer om te versoepelen en greep pas in juli 2022 in. De stijging van de rentevoeten sindsdien, met 350 basispunten, is van een omvang die sinds de oprichting van de instelling in 1998 niet meer is voorgekomen. Die forse renteverhogingen zijn in de eerste plaats bedoeld om de inflatie een halt toe te roepen door de activiteit af te remmen, maar de nevenschade voor het wereldwijde banksysteem heeft de markten de voorbije maand grondig door elkaar geschud.
Het eerste slachtoffer was Silicon Valley Bank, waar obligatiebeleggingen met een te lange looptijd tot een enorme hoeveelheid latente verliezen hebben geleid. De deposito’s zaten geconcentreerd in het ecosysteem van de Californische technologiesector, die zijn financiering en groei grotendeels aan de bank dankt, waardoor te verwachten viel dat ze op enige solidariteit van de sector en haar geografische regio zou kunnen rekenen. Maar precies het tegenovergestelde gebeurde: een aantal opruiende tweets en schadelijke e-mails ontketenden een bankrun en veroorzaakten zo zelf exact waar ze voor waarschuwden: in enkele uren tijd werd voor 42 miljard dollar opgenomen, een ongezien bedrag. Ter vergelijking: bij het vorige grootschalige faillissement van een commerciële bank in de VS in september 2008 spraken we over een totaal aan opnames van 17 miljard dollar over een periode van meerdere weken … Onlinediensten en snellere digitale procedures hebben de bank in dit geval genekt en veroorzaakten de eerste zogeheten ‘swipe crash’ in de geschiedenis.
Hoewel de middelgrote Amerikaanse banken aanvankelijk de zwaarste klappen kregen op de beurs, kwam na een tijdje ook Credit Suisse in het vizier. De lage rentabiliteit, de voortdurende herstructureringen en de vele controverses maakten de bank tot een voor de hand liggend doelwit in een klimaat waarin de angst om verliezen te lijden hoogtij vierde. In het laatste kwartaal van 2022 hebben klanten 110 miljard CHF van hun rekeningen gehaald, en het begin van 2023 oogde al niet veel beter.
De twee banken zijn eigenlijk heel verschillend, maar ze herinneren ons eraan dat het altijd liquiditeitscrisissen zijn die bankinstellingen onderuit halen, hoe solvabel ze ook zijn. Op één type klantendeposito’s focussen, of het nu gaat om Californische technologie of grote vermogens, leidt tot een hoog idiosyncratisch risico. Intense en uitdrukkelijke argwaan, of die nu terecht is of niet, kan de zwakste spelers in een oogwenk vloeren.
Hoewel wij van mening zijn dat de Europese banksector over het algemeen veel sterker is, omdat hij beter gereguleerd en gecontroleerd wordt, zijn de gevolgen nu al te voorspellen: er zal minder krediet worden verstrekt aan de privésector, de kredietvoorwaarden zullen verstrengen en er komt een extra laag regelgeving bij, een typisch Europese specialiteit die voor één keer haar nut bewijst.
Banken zijn heel bijzondere ondernemingen waarvan de financiële gezondheid en de aandelenkoers van tal van factoren afhangen: rentemarges, diversificatie, tussenpersonen, advies … We mogen echter nooit vergeten dat een plotse vertrouwensbreuk ze zo onderuit kan halen.
Editorial van de maand door Olivier de Berranger, gedelegeerd algemeen directeur en CIO van La Financière de l’Echiquier (LFDE)