Kwartaalverslag
door Marc Craquelin, Directeur Activabeheer
In dertig jaar beursgeschiedenis kenden alleen 1988 en 2008 een slechter begin dan 2016.
Alle risicovolle activa, voornamelijk de olie en de aandelen, hadden de eerste weken van het jaar dan ook te maken met een zeer hoge volatiliteit. En de recente geruststellende verklaringen van Mario Draghi en Khalid al-Falih, CEO van Saudi Aramco, waren ontoereikend om de meest fundamentele zorgen van de beleggers weg te nemen:
– de bezorgdheid over China, waarover in augustus al een alarmsignaal werd afgegeven, zal ons de komende maanden niet loslaten,
– bezorgdheid over de obligatiemarkt in het algemeen – veroorzaakt door een ongunstige risico-rendementsverhouding en een gebrek aan liquiditeit binnen de activaklasse – en nu en dan bezorgdheid over het systeemrisico van Amerikaanse high yield in verband met de lage olieprijs,
– bezorgdheid over de groeivooruitzichten in het algemeen.
De bezorgdheid over de Chinese groei = overdreven
We houden vast aan ons scenario van een soft landing en wij zijn van mening dat de Chinese economie in een overgangsfase verkeert van industriële productie naar een op diensten en consumptie gebaseerde economie. De deze week gepubliceerde cijfers (industriële productie, omzet detailhandel, bbp Q4 enz.) waren weliswaar licht teleurstellend, maar wijzen nog steeds op een bbp-groei dit jaar van 6,0 à 6,5%, wat overeenkomt met ons scenario. De yuan zal verder dalen tegenover de dollar, maar die daling zal zeer waarschijnlijk door de Chinese centrale bank op een relatief geordende wijze worden aangestuurd.
De bezorgdheid over Amerikaanse high yield = overdreven
Laten we deze kwestie relativeren: hoewel het duidelijk is dat een aantal Amerikaanse olieproducenten failliet zullen gaan, vertegenwoordigen de schulden van bedrijven in deze sector slechts 3% van het bbp. We moeten niet vergeten dat de hypotheekschuld van de Amerikaanse huishoudens in 2006 bijna 70% van het bbp bedroeg. Beide situaties zijn dus totaal niet van gelijke orde van grootte.
De bezorgdheid over de groei: het herstel van Europa houdt aan
Een lage euro, goedkope olie, een stijging van de kredietverlening, minder bezuinigingen, een verdere verbetering van de WPA van bedrijven enz.: de PMI-indexen van januari wijzen nog steeds op een economische groei dit jaar van mogelijk 2%, terwijl de consensusverwachting op 1,7% lag. De eurozone is de enige regio die wat betreft economische groei voor een (bescheiden) positieve verrassing zou kunnen zorgen. En de ondersteuning van de ECB gaat onverminderd door.
In het algemeen kunnen we ons voorbereiden op een lastig jaar. De wereldeconomie bevindt zich in een traag reflatieproces bij een nog altijd hoge liquiditeit. Onder die omstandigheden blijft het deflatiegevaar om de hoek kijken: zodra er bezorgdheid over de groei ontstaat, neemt de volatiliteit op de markten sterk toe.
Ondanks deze stijging van de volatiliteit heeft de markt niet echt gecapituleerd. Daarom blijven we voorzichtig en geven we de voorkeur aan mobiele strategieën. We zullen ook de cash posities van onze aandelenfondsen inzetten om beleggingskansen op de Europese markt optimaal te benutten, aangezien het momentum op macro-economisch vlak en voor de nettowinst per aandeel van bedrijven uit deze regio momenteel gunstiger zijn volgens ons.