Vakantiewerk
Vakantie mag synoniem zijn van uitblazen, zonnebaden en volksverhuizingen die het wegennet uit zijn voegen doen barsten, maar op het financiële slagveld maakt het zomerbestand daarom nog geen eind aan de vijandelijkheden. Want wat leert ons het verleden? In Europa is de herinnering aan de beroerde tijd van de staatsobligatiecrisis in de zomer van 2011 nog niet vervlogen. Er broeide al maanden iets, maar toen op 20 juli een Europees akkoord over steun voor Griekenland werd gesloten waarin het land gedeeltelijk insolvent werd verklaard, barstte op de markten de hel los. Dat werd er niet beter op toen de rating van de Spaanse schuld bij Moody’s aan herbeoordeling toe was. Gevolg: in minder dan drie weken tijd zakten de Europese beursindices met ruim 20% weg.
In 2015 bedierf China de vakantiepret. Wegens een vertraging van het groeitempo en problemen in de vastgoedsector besloot Beijing op 11 augustus tot ieders verrassing de yuan fors te devalueren. De paniek die op de beurzen in Azië uitbrak sprong over op de westerse markten en piekte op 24 augustus, een zwarte maandag waarop de CAC 40 bijna 9% daalde.
Een minder spectaculair voorbeeld vinden we dichter bij huis: de uitlatingen van Jerome Powell op het symposium van Jackson Hole op 26 augustus 2022. In een voor dit soort bijeenkomsten uitzonderlijk korte toespraak hamerde de Fed-baas op zijn voornemen om de inflatie te bestrijden en de monetaire verkrapping versneld door te zetten. Voor de markten, die na een moeilijk begin van het jaar waren opgefleurd dankzij meevallende inflatiecijfers, was dit een koude douche. Voor de rentetarieven werd hiermee het startschot van een flinke stijging gelost: in twee maanden tijd klom de Amerikaanse tienjaarsrente van 3.0% naar 4,2%.
En hoe staan we er dit jaar voor? We kunnen natuurlijk niet vooruitlopen op alle gebeurtenissen die voor de komende weken in de lucht hangen, en zeker niet nu de politieke context zowel in Europa als in de VS zo hachelijk is. We kunnen echter wel een paar aandachtspunten opsommen. Over politiek gesproken: de partijconventie van de Democraten die plaatsvindt van 19 t/m 22 augustus moet officieel de kandidaat van de partij aanwijzen voor de presidentsverkiezingen. Dat is doorgaans een formaliteit, maar ditmaal is de bijeenkomst van bijzonder groot belang aangezien president Biden in extremis is teruggetreden.
Om in de VS te blijven: daar moet ook aandacht uitgaan naar de ontwikkeling van de economische dynamiek. Ten eerste wordt op 25 juli de eerste schatting van de bbp-groei in het 2e kwartaal gepubliceerd. De consensusverwachting is een lichte opvering na de tegenvallende cijfers over het 1e kwartaal, maar toch veel minder dan 2,0% op jaarbasis, waardoor het bijzonder moeilijk wordt om de prognoses van de markten en de Fed voor 2024 (respectievelijk 2,3% en 2,1%) te halen. Nog belangrijker wordt het om goed te letten op de werkgelegenheidscijfers die de laatste week van juli verschijnen, met als orgelpunt het voor 2 augustus verwachte werkgelegenheidsrapport van het Bureau of Labor Statistics. De Amerikaanse arbeidsmarkt is namelijk na een heilzame normalisatiefase vrij snel aan het verslechteren, en alles waaruit blijkt dat deze trend zich doorzet of meer vaart krijgt – waarbij we tevens meer rentedalingen mogen verwachten – moet ernstige zorgen baren over de kant die de Amerikaanse economie op gaat nu de markten helemaal niet meer bedacht zijn op een mogelijke recessie. Zoiets is niet vaak een positief squeeze-effect.
Wat ten slotte de ondernemingen betreft, verdienen natuurlijk de kwartaalresultaten de nodige aandacht, en ze zijn al in aantocht, de technologiereuzen aan kop. Alphabet verschijnt de 23e juli, Microsoft de 30e, Meta de 31e en Apple en Amazon op 1 augustus. Zoals altijd komt hekkensluiter Nvidia een paar weken later aan de beurt, op 28 augustus. Ondanks de recente marktrotatie naar vooral kleine beurswaarden en achtergebleven aandelen blijven deze “Magnificent Six[1]” veruit de grootste bijdragen aan het rendement van de wereldwijde aandelenmarkten leveren, en dat al anderhalf jaar. Elke tegenvaller in de resultaten zelf of in de vooruitzichten voor de komende kwartalen zou het koersverloop van de beursindices waarschijnlijk sterk beïnvloeden. Omgekeerd zouden meevallers de aandelenmarkten, waarin de laatste tijd geen fut meer leek te zitten, weer op dreef kunnen helpen.
Deze aandachtspunten kunnen, althans in dit stadium, nauwelijks voor stressperiodes zoals in 2011 en 2015 zorgen. Maar na een zeer positief begin van het jaar voor aandelen, met grote onderhuidse verschillen en een adembenemende outperformance van de technologiereuzen, is aan deze punten misschien wel te zien op welke thema’s de markten in het 2e kwartaal gericht zullen zijn.
Geschreven op 22 juli 2024 – Enguerrand Artaz, Fund Manager, LFDE
De meningen in dit stuk zijn persoonlijke standpunten van de beheerder. LFDE kan er niet voor aansprakelijk worden gesteld.
[1] De “Magnificent Seven”: deze uitdrukking verwijst naar zeven Amerikaanse technologiebedrijven die marktleider zijn in hun activiteit, een uitzonderlijk beursparcours hebben afgelegd en een enorme kapitalisatie hebben opgebouwd. Die zeven bedrijven zijn Alphabet, Amazon, Meta, Apple, Microsoft, Nvidia en Tesla.