Clichés onder de loep

In het smakelijke Woordenboek van gevestigde meningen van Gustave Flaubert, zijn winters altijd “uitzonderlijk”, cipressen “groeien alleen op begraafplaatsen,” zijn budgets “nooit sluitend”, zijn beursgangers “altijd dieven” en zijn imbecielen personen die niet hetzelfde denken als u”.

Deze definities die ruiken naar populisme zijn afkomstig uit de tweede helft van de 20e eeuw, maar blijven verrassend actueel (de duurzaamheid van de clichés…). De beursvisie is hierop echter een uitzondering omdat de schrijver voor dit begrip « de thermometer van de publieke opinie » had voorgesteld. Door de stijging met 15% van de CAC40 in 2013, het jaar waarin de werkloosheid moeizaam daalt en waarin de regering een ongeëvenaarde impopulariteit bereikt, kunnen wij bevestigen dat het begrip beursjaar ernstig aangetast is door deze aangename kort-door-de-bocht uitspraak van Gustave Flaubert.

Wanneer de markt vandaag niet langer de “thermometer van de publieke opinie” meet, welke temperatuur meet zij vandaag dan wel? In tegenstelling tot een (andere) gevestigde mening is de beurs blijkbaar geen goede aanwijzing voor de groei van het Bruto Binnenlands Product (BBP): Europa kent sinds twee jaar een krimp / stagnatie in haar economie, terwijl de Euro Stoxx 50 vrolijk rondhuppelt… Voorkennis hebben van groeipercentages van het bruto nationaal of internationaal product werpt dus geen wezenlijk licht op het beleggingsproces.

Weerspiegelt de beurs de stijging van bedrijfswinsten? Deze vraag brengt ons ongetwijfeld dichter bij de werkelijkheid: de recente curve van Standard and Poor’s lijkt gecorreleerd te zijn aan Amerikaanse bedrijfswinsten. De index ten opzichte van het laagterecord in 2009 is gestegen met 165% terwijl de bedrijfswinsten zich vermenigvuldigd hebben met 2 à 3. Maar ook hierover rijzen in Europa vragen: 2012 en 2013, twee uitstekende beursjaren (+30% in totaal), zijn ook 24 maanden van winststagnatie.

De moderne financiële markten zijn onderling bijzonder onafhankelijk geworden en beïnvloedbaar door een groot aantal factoren. Vandaag is het een bijna onmogelijke maar zeker niet eenonbelangrijke opdracht om te zoeken naar een enkele variabel die een situatie kan verklaren. Wanneer men weet dat het BBP of de PER (Price Earning Ratio) van ondernemingen geen geschikte variabelen zijn voor ramingen, hebt u kans om “mechanische reflexen” te voorkomen die negatief voor beleggers kunnen uitpakken. In deze periode waarin veel beursvoorspellingen voor 2014 gepubliceerd worden, is deze “paranoia waarschuwing” nuttig. Met deze kennis op zak mag u zich verheugen over de waarschijnlijke winstgroeiversnelling van de Euro Stoxx 50 ondernemingen (de consensus is nu circa 18%), wetende dat de factor alleen ontoereikend is om zeker te zijn dat de Europese index in 2014 zal stijgen.

In het spel van « wel / niet » is het negatieve gedeelte uiteraard gemakkelijker herkenbaar. In het geval van de beurs “is het geen” afgeleide van de publieke opinie “, ” is het geen” afgeleide van groei, en zelfs geen afgeleide van hogere bedrijfswinsten. Wanneer men de beurs wil definiëren, kan gerekend worden op teleurstellingen. Maar dit feit mag ons niet beletten te blijven zoeken naar macro-economische scenario’s en deze te analyseren. Ongetwijfeld zijn deze scenario’s niet in staat de toekomst te voorspellen, maar helpen ze ons bij onze reflectie en geven ze aanwijzingen over toekomstige stromen. En volgens de fraaie samenvatting van Warren Buffet: “Voorspellingen zeggen ons niets over de toekomst, maar veel over hen die de voorspellingen doen”.

Wat anderen in de wereld doen… en als dat nou eens de temperatuur van de beurs was?

Marc Craquelin